Vrijeschool
Het uitgangspunt van een vrijeschool is simpel: Een leerling die enthousiast is, leert beter. We zorgen er dan ook altijd voor dat de leerstof aansluit bij de ontwikkeling van het kind en niet andersom. Het spreekt voor zich dat persoonlijke aandacht hierbij ontzettend belangrijk is.
Alle leerlingen krijgen klassikaal les (met gedifferentieerde instructie) en gaan vervolgens ook gedifferentieerd verder met de verwerking van de lesstof. Leerkrachten geven structuur, houvast, rust en aandacht. Er is een vast rooster met een duidelijk ritme. Kinderen weten waar ze aan toe zijn en wat er van ze gevraagd wordt.
Vrijescholen werken vanuit een mensbeeld. Een visie op de mens, bestaande uit lichaam, ziel en geest. Die visie uit zich in een geïntegreerde onderwijsaanpak. Een aanpak waarbij het aanbod van de lesstof aansluit op zowel de innerlijke ontwikkeling van het kind, als op vragen die het kind vanuit de buitenwereld bereiken. Integratie van de leerstof vindt plaats in de hersenen.
Periodeonderwijs geeft de leerlingen vanaf klas 1 (groep 3) de gelegenheid zich gedurende een aantal weken in de eerste twee uren van de dag te verbinden met lesstof over één onderwerp. Dat wordt inhoudelijk verdiept en vanuit verschillende kanten aangevlogen. Zo’n periode biedt bij uitstek de gelegenheid om de geboden stof te verwerken. In wisselwerking met de leerlingen ontwerpt de leerkracht de periode, waarbij zijn rol verschuift van expert naar adviseur naar begeleider. Wat eigen is gemaakt, vindt zijn vervolg in vaklessen of werkuren om geoefend, geuit en geautomatiseerd te worden. Een geïntegreerde manier van lesgeven, die aan het eind van de periode leidt tot het eigen maken en kunnen presenteren van deze stof.
Naast de standaard lessen zoals taal en rekenen, besteden we veel aandacht aan de creatieve, kunstzinnige en sociale ontplooiing. Daardoor ontwikkelen vrijeschool kinderen zich gemakkelijker tot zelfstandige mensen, met vertrouwen in zichzelf en respect voor anderen. Deze gedachte is geïnspireerd door de antroposofie van Rudolf Steiner. Uitgangspunt is dat elk kind van nature speciale talenten en behoeften heeft, die door onderwijs gestimuleerd en ondersteund kunnen worden.
Op de vrijeschool is leren een creatief proces, dat ruimte biedt aan authenticiteit, spontaniteit en situationeel handelen. De vaardigheden om op die manier te leren, ontwikkelen we ook door veel aandacht voor kunstzinnige vakken als schilderen, handenarbeid, handwerken, muziek en toneel. Leren dient de leerling ruimte te bieden voor originaliteit. Voor een eigen inbreng. De vrijeschool staat voor onderwijs dat leerlingen prikkelt in hun creativiteit. Waardoor leerstof een levende, bewegende wereld wordt.
Het woord ‘vrije’ betekende oorspronkelijk ‘vrij van overheidsbemoeienis’. Ook al gaat dit niet meer op sinds we gesubsidieerde scholen zijn; toch laten we de naam ongemoeid omdat de benaming vrijeschool verwijst naar onze intentie om de kinderen zich als innerlijk vrije, zelfstandige zelfverantwoordelijke individuen te laten ontwikkelen. Ontwikkeling staat centraal in de vrijeschool, van leerlingen én leraren. Wij proberen het onderwijs zo aan te bieden dat de hele mens daarbij betrokken is en het kind met warm enthousiasme kan leren. In het buitenland heten de vrijescholen overigens Waldorfscholen.
Uit Zwitsers wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vrijeschool-kinderen zelfvertrouwen hebben, weten wat ze willen, creatief zijn, sociaal ingesteld en beter bestand tegen stress. Ze hebben ook oog voor de werkelijkheid. En dat is een rijke basis voor je hele leven.